Introductie aanspreekcirkel

De aanspreekcirkel wordt als methode gebruikt bij het voeren van verschillende gesprekken, tussen twee personen of in groepen, en heeft als doel om van binnenuit gebruik te maken van je ontwikkelvermogen.

door Hans Heijnen

Het begint met luisteren door vragen te stellen vervolgens ga je afstemmen en een terugkoppeling geven. Het is een spel van over en weer waarnemen, vragen en luisteren. Wat je waarneemt (ziet, denkt of voelt) geef je terug in de vorm van een vraag. Je stemt op de ander af en luistert met de aandacht die het antwoord verdient. Dit geldt voor elke fase in de cirkel.

  1. Uitspreken: gehoord en gezien voelen, moedig zijn.
  2. Bespreken: serieus genomen voelen, begripvol zijn.
  3. Afspreken: verbinding voelen, begaan zijn.
  4. Aanspreken: gewaardeerd voelen, eerlijk zijn.

De aanspreekcirkel is ontstaan vanuit de vraag van mensen in organisaties om elkaar op een andere manier aan te spreken, om beter naar elkaar te luisteren en haalbare afspraken te maken. Ook voelde mensen zich steeds minder gehoord, gezien en serieus genomen. Tegelijkertijd ontstond (en is er nog steeds) een toenemende behoefte aan waardering, verbinding en contact. De cirkel is een soort van routebeschrijving die van verkenning via de weg van verdieping naar beseffen, begrijpen en bewegen loopt. De aanspreekcirkel staat hieronder schematisch weergegeven en wordt per fase toegelicht. 

Het is bij de aanspreekcirkel een wisselwerking tussen degene die de vragen stelt en degene die luistert. Het staat in die zin los van hierarchische verhoudingen of andere ongelijkwaardigheden tussen mensen. Indien deze wisselwerking er onvoldoende is of de cirkel wordt niet 'afgemaakt', dan kun je er beter niet aan beginnen, maar een andere 'route' kiezen. De aanspreekcirkel is een methodiek die bijdraagt aan de persoonlijke en professionele ontwikkeling. Dit vanuit de behoefte om elkaar anders en beter aan te spreken en de wil om hierbij naar jezelf te kijken.

"It takes two to tango".

'Uitspreken-bespreken-afspreken en aanspreken' zijn de logische tussenstops van de routebeschrijving. Deze volgorde is het meest effectief om meer gebruik te maken van je ontwikkelvermogen. Door jezelf uit te spreken word je gezien en gehoord en oefen je om de ander aan te spreken. Beseffen wat er speelt, wat er bedoeld wordt en hoe het voor eenieder is, is de basis om elkaar beter te begrijpen. Standpunten worden minder star ingenomen en elkaars perspectieven en belangen worden meer meegenomen en meegewogen. Kortom, je voelt je meer en eerder serieus genomen.

Mensen zijn geneigd om snel iets te 'vinden' van iets zonder oog te hebben voor wat er speelt of bedoeld wordt. Het leidt tot verwarring, misverstanden, ongefundeerde aannames en veronderstellingen. Ditzelfde geldt voor iets 'willen' zonder eerst rekening te houden met wat er bij de ander speelt. Je eerst uit te spreken heeft effect op wat je van iets of iemand vindt of wilt en de positie die je vervolgens inneemt om tot afspraken te komen.

Je voelt je gezien en gehoord, je voelt je serieus genomen om afspraken met elkaar te maken. Je maakt afspraken vanuit het besef wat er bij jou en de ander speelt, wat jij en de ander willen en vinden. Je begrijpt elkaar waardoor een gevoel van verbinding ontstaat. De weg ligt open om vanuit dit fundament afspraken met elkaar te maken. In de afspreekfase gaat het over welke afspraken gemaakt worden en hoe hier invloed op uit te oefenen. In deze fase komt de vraag aan de orde die te vroeg aan de orde komt: 'Wat heb je nodig?' gevolgd door 'wat ga je doen?'

wat heb je nodig?

Je evalueert en je reflecteert samen vanuit de afspraken die je met elkaar gemaakt hebt. Je spreekt elkaar aan vanuit de verbinding die je met elkaar hebt opgebouwd. De drempel om elkaar aan te spreken wordt daardoor een stuk lager. Echter blijft het altijd kwetsbaar en gevoelig en vraagt dus om de nodige zorgvuldigheid in de onderlinge communicatie. Elkaar aanspreken heeft echter het meeste effect op je ontwikkelvermogen. Je krijgt nieuwe inzichten, ontwikkel- koester- en gesprekspunten op een presenteerblaadje aangereikt. Toch blijkt het steeds weer lastig te zijn om tot deze punten te komen. De slow reflector is een instrument dat hierbij ondersteunend is voor zowel uitspreken als aanspreken. 

hoe zit je erbij?

Je uitspreken over wat er speelt, vragen wat er bedoeld wordt en aangeven hoe het voor je is, zijn vragen die vaak worden overgeslagen of onbewust vergeten. Mensen neigen snel om naar oplossingen te gaan en te vragen wat er nodig is. Het is zaak om juist bij de start van een sessie of een gesprek deze laatste vragen nog niet te stellen. Een passende openingsvraag is bij voorkeur: "Hoe zit je erbij?" Deze vraag heeft als doel een buffer te zijn tussen aankomen in het gesprek en het starten van het gesprek. Het geeft de gelegenheid om gevoelens en gedachten te ordenen en met aandacht aanwezig te zijn, nieuwsgierig en alert. Aangeven hoe je erbij zit geeft ook de andere gesprekspartner(s) de gelegenheid om op je af te stemmen, rekening met je te houden. Dat kan met één woord, één zin, maar soms vraagt het meer tijd.

Raken en geraakt worden

De kern van de aanspreekcirkel is komen tot verdieping die leidt tot raken en geraakt worden. Het raken van jouw gevoelige snaar is een krachtig signaal om meer gebruik te gaan maken van je ontwikkelvermogen.

Uitspreken: je gehoord en gezien voelen, moedig zi...
Ontwikkelvermogen uitgelegd